Het christelijk wereldbeeld van C.S. Lewis
Dit wordt 'het beste boek over het denken van C.S. Lewis' genoemd. Het behandelt het wereldbeeld van C.S. Lewis en het gedachtegoed dat zijn leven en werk zo bijzonder maakt. De kracht van de christelijke levensbeschouwing, zoals deze door Lewis is verwoord en door Payne systematisch wordt beschreven, wordt in dit boek door diverse toepassingen ruim gedemonstreerd. Duidelijk komt uit dat door het christendom aan alles wat bestaat betekenis wordt gegeven.
Het is geschreven in een heldere stijl, zonder theologisch jargon. Een aansprekend en richtingbepalend boek!
Leanne schrijft in 'ten geleide':
'Dit boek is in de eerste plaats geschreven voor al degenen die van het werk van C.S. Lewis houden. Maar het is ook geschreven voor degenen die voor de eerste keer de unieke begripswereld van Lewis willen binnenstappen. Het is verbazingwekkend hoe de Heilige Geest de talenten van C.S. Lewis heeft gebruikt: niet alleen in het leven van de individuele gelovige, maar ook in de voortgaande vernieuwing die de kerk vandaag de dag ervaart. Het effect van zijn boeken is zo groot dat het een verbazingwekkend divers publiek bereikt van alle leeftijden, standen en achtergronden. Lewis wordt geciteerd rond een veelheid van onderwerpen. Een episcopaals bisschop merkte op: 'Het is bijna beschamend hoe vaak ik mezelf erop betrap dat ik Lewis citeer, maar het is gewoon een feit dat niemand het beter verwoordt dan hij.' Zelfs kleine kinderen citeren Aslan en de sprekende dieren van Narnia . Zodoende hebben de geschriften van Lewis in het hart en denken van veel mensen inderdaad een blijvende plaats gekregen.
De reden hiervoor is gemakkelijk te begrijpen: Lewis wijst op een wetenschappelijke, verbeeldingsvolle en diep godvruchtige manier naar het Echte, met een vast geloof dat het er is. Dan ontmaskert hij, als bekwaam logicus, methodisch alle geliefde afgoden waarmee we de werkelijkheid hebben vervangen. Gods werkelijkheid, die aanwezig is in en door Zijn schepping, is wat ik noem incarnationele werkelijkheid. Lewis brengt ons in contact met incarnationele werkelijkheid. Zijn effectiviteit ligt in het feit dat hij deze werkelijkheid aanraakte. Net als de Galilese vrouw wandelde hij door de menigte heen en raakte Jezus aan. Net als zij bevond hij zich te midden van de 'Echte Werkelijkheid'. Hij werd net als zij genezen toen de goddelijke kracht uitging en hem in de diepste uithoeken van zijn wezen nieuw leven gaf. Deze kracht, deze werkelijkheid vervult zijn boeken; het is tenslotte Gods Tegenwoordigheid: die Tegenwoordigheid waar we allemaal óf voor wegvluchten óf naar zoeken.
De meeste van ons hongeren naar deze werkelijkheid. We weten niet wie wij zijn totdat we ons echte ik vinden in God. Het is het werk van de Heilige Geest ons uit de hel van ons onechte ik te roepen naar Gods heerlijke Tegenwoordigheid. Wanneer we Hem aanraken komt Zijn leven, Zijn Heilige Geest ons wezen binnen en worden we 'bewoond' door de levende God. Lewis schreef: 'De in [de christen] gevormde Christus, transformeert hem in al zijn onderdelen; zijn geest, ziel en lichaam zullen daarin allemaal herboren worden.' Het lichaam mag niet louter als een 'drager' van de Heilige Geest worden gezien, maar als gehuwd met de Geest; ook dat deelt in de toestand van 'opgetrokken worden in de Geest'. De mens wordt door God bewoond, in iedere atoom en molecuul. De visie van Lewis op de relatie van de mens met God is gebaseerd op zijn ervaring en inzicht in de incarnationele werkelijkheid, waarin God de mens verlost van zijn gefragmenteerde en afgescheiden toestand. Het doel van dit boek is: tonen dat deze visie vergaand en dringend nodig is.'